Inwoners geven input in Sittard-Geleen - Vereniging Limburgse Gemeenten
94
portfolio_page-template-default,single,single-portfolio_page,postid-94,bridge-core-2.7.4,qode-page-transition-enabled,ajax_fade,page_not_loaded,,qode-title-hidden,qode-child-theme-ver-1.0.0,qode-theme-ver-30.0.1,qode-theme-bridge,disabled_footer_top,qode_header_in_grid,wpb-js-composer js-comp-ver-6.6.0,vc_responsive
Categorie
Sittard-Geleen

Inwoners geven input op plannen Nieuwe werkwijze raad

Sittard-Geleen

Op donderdag 5 oktober 2017 vond in Poppodium Volt een bijeenkomst plaats waarin de vraag centraal stond hoe er een betere vergaderstructuur voor de gemeenteraad tot stand kan komen. Een van de doelstellingen die de gemeenteraad van Sittard-Geleen zich heeft gesteld is om ervoor te zorgen dat inwoners eenvoudiger kunnen overleggen met raadsleden. Ook moet de wijze waarop de raad vergadert boeiender zijn en duidelijker. De burger moet uiteindelijk daarmee op een betere manier betrokken worden bij de besluitvorming.

Een kleine honderd belangstellenden, waaronder raadsleden, burgercommissieleden, leden van wijkplatforms en inwoners van Sittard-Geleen bezochten de bijeenkomst. Burgemeester Sjraar Cox opende de avond en stelde dr. Petra Dassen-Houben (burgemeester van Beesel) voor als avondvoorzitter.
Door burgers eerder bij de besluitvorming te betrekken moet het vertrouwen in de politiek worden versterkt. Als voorbeeld van een oplossing waarbij burgers al in een vroeg stadium worden betrokken bij de besluitvorming werd het Maastrichtse model genoemd, waar mensen bij de bespreking van een voorstel of plan in eerste instantie bij de raad kunnen aanschuiven in de zogenaamde stadsronde. Zij kunnen daarin altijd hun inbreng kwijt. In de daarop volgende raadsronde vindt dan de politieke discussie over een voorstel plaats en worden de besluiten voorbereid. Daar wordt dan vervolgens in de raadsvergadering over gestemd.

Tijdens de bijeenkomst werd bovenal duidelijk dat de wens er is om het (vergader)systeem te veranderen. Door de aanwezigen werd onder meer aangegeven dat het college en de raad inmiddels best meer met digitale middelen aan de slag mag gaan. Niet alle inwoners zijn even betrokken, of zijn in staat om betrokkenheid bij raadsvergaderingen te laten zien. Het gebruik van digitale middelen en een lange termijnagenda is laagdrempeliger en zeker voor jongere mensen aantrekkelijker. Uiteraard moet er aandacht blijven voor mensen die nog geen toegang hebben tot digitale middelen. Ook moeten burgers altijd de kans krijgen om zienswijzen in te dienen en moet het ambtelijk apparaat sneller reageren.

Naast deze andere wijze van communiceren werd ook aangestipt dat mensen bij de overheid vaak een andere taal (jargon) spreken dan inwoners. Dat moet anders en veel meer in lijn zijn met de taal van de inwoners. Verder werd ook helder dat burgers geen onderscheid maken tussen raad, college of ambtelijke organisatie. Het is dan ook een gezamenlijke opdracht om inwonersgericht te werken. Ambtenaren hebben al aangetoond dat zij meer en vaker in de wijken zijn om te horen wat er leeft. Burgers hielden de raadsleden tijdens de bijeenkomst op dat punt een spiegel voor en gaven aan dat raadsleden daar een voorbeeld aan moeten nemen. Het gaat om de veranderende rol van de overheid. De grootste uitdaging is de burger en vooral jongeren te betrekken. Dat doe je het beste door hen te betrekken bij onderwerpen die dicht bij hun leefwereld staan. Meepraten en meebeslissen is dan de wens!